Uitspraak
1.De uitspraak waarvan herziening is gevraagd
2.De aanvraag tot herziening
3.Bewezenverklaring en bewijsvoering
4.Beoordeling van de aanvraag
5.Beslissing
6 oktober 2020.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 oktober 2020 uitspraak gedaan op een aanvraag tot herziening van een eerder arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De aanvrager, geboren in 1981, was eerder veroordeeld voor poging tot diefstal met geweld, gepleegd op 24 april 2016 in Eindhoven. De aanvrager had geprobeerd goederen uit de auto van de aangever te stelen en had daarbij de aangever bedreigd met de woorden: 'ik steek je neer'. De aanvrager stelde in zijn aanvraag tot herziening dat er nieuwe gegevens waren die niet bekend waren tijdens de eerdere rechtszittingen, namelijk dat hij zelf ook een blauwe Volkswagen Polo bezat, wat zou kunnen betekenen dat hij per vergissing in de auto van de aangever was gestapt.
De Hoge Raad oordeelde dat de gegevens van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) over de registratie van de auto van de aanvrager niet voldoende gewicht hadden om te kunnen gelden als nieuw bewijs in de zin van artikel 457 lid 1, aanhef en onder c, van het Wetboek van Strafvordering. De verklaring van de aangever en getuigen over de bedreiging en de vlucht van de aanvrager waren overtuigend en bevestigden de eerdere veroordeling. De Hoge Raad concludeerde dat er geen ernstig vermoeden bestond dat de aanvrager zou zijn vrijgesproken als de nieuwe gegevens bekend waren geweest. Daarom werd de aanvraag tot herziening afgewezen.