ECLI:NL:HR:2020:1553

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 oktober 2020
Publicatiedatum
2 oktober 2020
Zaaknummer
20/01481
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaarschrift tegen dagvaarding t.z.v. verdenking van zedenmisdrijven en beoordeling van cassatiemiddelen

In deze zaak gaat het om een bezwaarschrift tegen een dagvaarding in verband met verdenking van zedenmisdrijven, ingediend door de verdachte, geboren in 1973. De Hoge Raad behandelt het beroep in cassatie tegen een beschikking van het gerechtshof Den Haag van 5 maart 2020. De verdachte heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat Th.O.M. Dieben, die cassatiemiddelen heeft voorgesteld. De procureur-generaal J. Silvis heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep.

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen op 13 oktober 2020. Deze beschikking is gegeven door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, samen met de raadsheren Y. Buruma en A.E.M. Röttgering, en uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer20/01481 B
Datum13 oktober 2020
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van het gerechtshof Den Haag van 5 maart 2020, nummer AV 000079-20, op een bezwaarschrift als bedoeld in artikel 262 van het Wetboek van Strafvordering, ingediend
door
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft Th.O.M. Dieben, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De procureur-generaal J. Silvis heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep.
De raadsman van de verdachte heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de cassatiemiddelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en A.E.M. Röttgering, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
13 oktober 2020.