ECLI:NL:HR:2020:1529

Hoge Raad

Datum uitspraak
29 september 2020
Publicatiedatum
29 september 2020
Zaaknummer
19/00022
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden inzake verzuimen in strafprocedure

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 september 2020 uitspraak gedaan in een cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 5 december 2018 was gewezen. De verdachte, geboren in 1969, had beroep ingesteld tegen de uitspraak van het hof. De advocaat J. Visscher heeft namens de verdachte cassatiemiddelen voorgesteld, die aan het arrest zijn gehecht. De advocaat-generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De klachten betroffen onder andere het ontbreken van zittingsaantekeningen van de griffier, de afwijzing van het verzoek om een meegebrachte getuige te horen, en het in strijd met de wet wijzen van een mondeling arrest door de meervoudige kamer van het hof. Het hof had geprobeerd dit verzuim te herstellen door het nadien op schrift stellen van een uitvoeriger en afwijkend arrest, dat niet in het openbaar was uitgesproken.

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van het hof. Het was niet nodig om te motiveren waarom dit oordeel is gegeven, aangezien de beoordeling van de klachten niet vereist dat er antwoord wordt gegeven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer19/00022
Datum29 september 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 5 december 2018, nummer 21/004271-18, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J. Visscher, advocaat te Amersfoort, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de cassatiemiddelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en J.C.A.M. Claassens, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
29 september 2020.