Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
29 september 2020.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een beklag van de klager, die als bestuurder van een in beslag genomen Mercedes A180 met Bulgaars kenteken, zich verzet tegen de niet-ontvankelijkverklaring door de rechtbank Gelderland. De auto was in beslag genomen op verdenking van heling. De rechtbank verklaarde de klager niet-ontvankelijk in zijn klaagschrift, omdat de auto inmiddels was teruggegeven aan een Bulgaars autobedrijf. De klager stelde dat hij rechthebbende was van de auto en de goederen die zich daarin bevonden, en dat de inbeslagname hem belemmerde in zijn rechten. De advocaat-generaal concludeerde tot vernietiging van de beschikking en terugwijzing naar de rechtbank voor herbehandeling van de zaak. De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank het rechtskarakter van het beklag had miskend, aangezien er geen toepassing was gegeven aan artikel 116 lid 3 van het Wetboek van Strafvordering. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van de rechtbank en wees de zaak terug naar de rechtbank Gelderland voor een nieuwe behandeling.