ECLI:NL:HR:2020:1493

Hoge Raad

Datum uitspraak
25 september 2020
Publicatiedatum
23 september 2020
Zaaknummer
19/03721
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg overeenkomst van opdracht in cassatie

In deze zaak heeft St. Joost Vastgoed Adviseurs B.V. (hierna: St. Joost) cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof. St. Joost, vertegenwoordigd door advocaten A.H. Vermeulen en A.H.H. Conradi-Vermeulen, heeft het beroep ingesteld tegen de verweerder, die niet is verschenen. De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers gevolgd, die strekte tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft verwezen naar eerdere vonnissen van de rechtbank Overijssel en een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, die relevant zijn voor het procesverloop.

De Hoge Raad heeft de klachten van St. Joost over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep van St. Joost verworpen en St. Joost veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerder zijn begroot op nihil. Dit arrest is gewezen op 25 september 2020 en openbaar uitgesproken door raadsheer M.J. Kroeze.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer19/03721
Datum25 september 2020
ARREST
In de zaak van
ST. JOOST VASTGOED ADVISEURS B.V.,
gevestigd te Gulpen,
EISERES tot cassatie,
hierna: St. Joost,
advocaten: A.H. Vermeulen en A.H.H. Conradi-Vermeulen,
tegen
[verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
hierna: [verweerder],
niet verschenen.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
de vonnissen in de zaak C/08/171221 HA ZA 15-258 van de rechtbank Overijssel van 27 mei 2015, 2 december 2015 en 22 juni 2016;
het arrest in de zaak 200.216.033/01 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 7 mei 2019.
St. Joost heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Tegen [verweerder] is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van St. Joost heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt St. Joost in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, M.V. Polak en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.J. Kroeze op
25 september 2020.