ECLI:NL:HR:2020:1466

Hoge Raad

Datum uitspraak
22 september 2020
Publicatiedatum
22 september 2020
Zaaknummer
19/00395
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oproeping verdachte in hoger beroep en betekening in het buitenland

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 september 2020 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam. De zaak betreft een verdachte die werd veroordeeld bij verstek, omdat hij niet was opgeroepen voor de terechtzitting in hoger beroep. De oproeping was niet naar het juiste adres in Ghana verzonden, waar de verdachte op dat moment woonde. De advocaat-generaal had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot nietigverklaring van de oproeping in hoger beroep. De Hoge Raad oordeelde dat de oproeping niet rechtsgeldig was betekend, omdat de oproeping niet was verzonden naar het adres van de verdachte in Ghana, zoals vereist door artikel 588 lid 2 (oud) van het Wetboek van Strafvordering. De Hoge Raad herhaalde relevante overwegingen uit eerdere jurisprudentie en concludeerde dat het hof onvoldoende had gemotiveerd dat de oproeping rechtsgeldig was betekend. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het hof en verklaarde de betekening van de oproeping nietig.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer19/00395
Datum22 september 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 14 december 2018, nummer 23/003636-14, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1959,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft P. Scholte, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot nietigverklaring van de oproeping in hoger beroep.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt dat het hof ten onrechte heeft geoordeeld dat de verdachte op de voorgeschreven wijze is opgeroepen voor de terechtzitting in hoger beroep van 30 november 2018, omdat uit de stukken van het geding niet blijkt dat die oproeping overeenkomstig artikel 588 lid 2 (oud) van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) naar het adres van de verdachte in Ghana is verzonden.
2.2.1
Het procesverloop in hoger beroep is weergegeven in de conclusie van de advocaat-generaal onder 2.2. Deze weergave houdt onder meer - kort samengevat - het volgende in:
- ter terechtzitting in hoger beroep van 27 juni 2018 heeft de niet gemachtigde raadsman van de verdachte desgevraagd medegedeeld dat het adres in Ghana niet meer actueel is, de verdachte niet meer op dat adres hoeft te worden opgeroepen en de dagvaarding enkel hoeft te worden betekend aan het adres [d-straat 1] te [plaats 3];
- op 3 oktober, 17 oktober en 5 november 2018 is de oproeping van de verdachte om te verschijnen op de terechtzitting van het hof van 30 november 2018 steeds uitgereikt aan de griffier omdat van de verdachte geen woon- of verblijfplaats in Nederland bekend was. Op 17 oktober 2018 is een afschrift van de oproeping verzonden aan het adres [d-straat 2] in [plaats 3] en op 5 november 2018 aan het adres [d-straat 1] in [plaats 3], nadat in beide gevallen de oproeping eerst tevergeefs was aangeboden op voormelde adressen.
2.2.2
Bij de aan de Hoge Raad gezonden stukken bevinden zich informatiestaten strafrechtsketendatabank-persoon (hierna: ID-staten SKDB) van 3 oktober, 17 oktober en 5 november 2018. Deze houden steeds in dat de verdachte niet was gedetineerd en dat zijn adres met ingang van 21 april 2016 Office Box [001] in Kumasi Ashanti Regian (Ghana) is.
Uit de stukken van het geding blijkt niet dat de oproeping voor het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 30 november 2018 op de voet van artikel 588 lid 2 (oud) Sv is verzonden naar voormeld adres in Ghana zodat ervan moet worden uitgegaan dat dit niet is geschied.
2.3
Het hof heeft de verdachte bij verstek veroordeeld. Het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 30 november 2018 houdt onder meer het volgende in:
“De verdachte, opgeroepen als
(...)
zonder bekende woon- of verblijfplaats,
is niet ter terechtzitting verschenen.
Als raadsman van de verdachte is ter terechtzitting aanwezig mr. B.M. Beg, advocaat te Amsterdam, die mededeelt dat hij ongeveer zes maanden geleden voor het laatst contact heeft gehad met zijn cliënt en dat hij niet uitdrukkelijk is gemachtigd als raadsman de verdachte te verdedigen.
De voorzitter constateert dat de verdachte op de voorgeschreven wijze is opgeroepen.
Het hof verleent verstek tegen de niet verschenen verdachte en beveelt dat met de behandeling van de zaak zal worden voortgegaan.”
2.4
Indien op grond van het daartoe ingestelde onderzoek als vaststaand kan worden aangenomen dat de verdachte niet is ingeschreven in een basisregistratie personen en niet in Nederland is gedetineerd, en van hem ook niet een feitelijke woon- of verblijfplaats in Nederland maar wel een adres in het buitenland bekend is, geschiedt de betekening van de dagvaarding door toezending van de dagvaarding door het openbaar ministerie hetzij rechtstreeks aan het laatst bekende adres van de verdachte in het buitenland, hetzij door tussenkomst van de bevoegde buitenlandse autoriteit of instantie (artikel 588 lid 2 (oud) Sv). Door die toezending is de oproeping rechtsgeldig betekend. (Vgl. HR 12 maart 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD5163, rechtsoverweging 3.19.)
2.5
Gelet hierop en in aanmerking genomen dat uit de ID-staten SKDB kan worden afgeleid dat van de verdachte ten tijde van de betekening van de oproeping om te verschijnen op de terechtzitting van het hof van 30 november 2018 een adres in Ghana bekend was en niet blijkt dat de oproeping op de voet van artikel 588 lid 2 (oud) Sv is verzonden naar dit adres van de verdachte in het buitenland, is het oordeel van het hof dat de oproeping rechtsgeldig is betekend, niet toereikend gemotiveerd. De enkele omstandigheid dat de niet-gemachtigde raadsman van de verdachte op de terechtzitting in hoger beroep van 27 juni 2018 heeft medegedeeld dat het adres van de verdachte in Ghana niet meer actueel is en dat de verdachte niet meer op dat adres in Ghana hoeft te worden opgeroepen, doet aan dat oordeel niet af.
2.6
Het cassatiemiddel slaagt.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof;
- verklaart de betekening van de oproeping van de verdachte in hoger beroep om te verschijnen op de terechtzitting van het hof van 30 november 2018 nietig.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M. Kuijer, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
22 september 2020.