Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
- ter terechtzitting in hoger beroep van 27 juni 2018 heeft de niet gemachtigde raadsman van de verdachte desgevraagd medegedeeld dat het adres in Ghana niet meer actueel is, de verdachte niet meer op dat adres hoeft te worden opgeroepen en de dagvaarding enkel hoeft te worden betekend aan het adres [d-straat 1] te [plaats 3];
- op 3 oktober, 17 oktober en 5 november 2018 is de oproeping van de verdachte om te verschijnen op de terechtzitting van het hof van 30 november 2018 steeds uitgereikt aan de griffier omdat van de verdachte geen woon- of verblijfplaats in Nederland bekend was. Op 17 oktober 2018 is een afschrift van de oproeping verzonden aan het adres [d-straat 2] in [plaats 3] en op 5 november 2018 aan het adres [d-straat 1] in [plaats 3], nadat in beide gevallen de oproeping eerst tevergeefs was aangeboden op voormelde adressen.
Uit de stukken van het geding blijkt niet dat de oproeping voor het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 30 november 2018 op de voet van artikel 588 lid 2 (oud) Sv is verzonden naar voormeld adres in Ghana zodat ervan moet worden uitgegaan dat dit niet is geschied.
3.Beslissing
22 september 2020.