In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) De rechtsvoorganger van JLA heeft in 1998 via een tussenpersoon een aansprakelijkheidsverzekering voor een bedrijfsauto afgesloten met Nagico. Daartoe heeft deze rechtsvoorganger een ‘Proposal for motor vehicle insurance’ van Nagico ingevuld of laten invullen. Op dat formulier stond onder punt 14(b) vermeld “Maximum Liability NAF 90.000”.
(ii) Naar aanleiding van het hiervoor onder (i) genoemde Proposal is een ‘Schedule’ opgemaakt. Daarin wordt, naast de reeds in het Proposal opgenomen informatie, onder meer het volgende vermeld:
Limits of liability
Limit of the amount of the Company’s liability under Section 1-3 … $ 150.00
Limit of the amount of the Company’s liability under Section II-I (a) & 1 (b) in respect of any one claim or series of claims arising out of one event … Fls. 90,000.00
Limit of the amount of the Company’s liability for medical Expenses under Section III in respect of any one person … $ 250.00
(…)
Geographical area: ... St. Maarten/St. Martin/
Anguilla BWI”
(iii) In de polisvoorwaarden is de aansprakelijkheidsbeperking voor Sint Maarten gesteld op NAf 90.000,--, en voor Saint Martin op US $ 4.500.000,--.
(iv) De verzekeringsovereenkomst is op 7 januari 2000 overgenomen door JLA als verzekerde.
(v) Op 22 januari 2000 is een werknemer van JLA met de bedrijfsauto betrokken geraakt bij een verkeersongeval in Saint Martin. Bij dit ongeval heeft een derde (hierna: de benadeelde) ernstig lichamelijk letsel opgelopen. Nagico heeft aan de benadeelde ter zake van de door hem geleden schade NAf 90.000,-- uitgekeerd.
(vi) De benadeelde heeft een procedure ingesteld bij het Tribunal de grande instance de Basse Terre (Guadeloupe) tegen onder andere JLA en Nagico. In die procedure heeft het Tribunal bij vonnis van 15 september 2005 overwogen dat de dekkingslimiet van NAf 90.000,-- in de verzekeringsovereenkomst in strijd is met dwingend Frans recht en dat de dekkingsbeperking ongeldig is. Het Tribunal heeft vervolgens geoordeeld dat Nagico niet gerechtigd is om een beperking van haar dekking in te roepen, dat JLA wettelijk aansprakelijk is voor de door de benadeelde geleden schade, dat JLA hem schadeloos moet stellen en dat JLA zich kan beroepen op haar hoedanigheid van verzekerde en op de bij Nagico afgesloten dekking voor schade berokkend aan derden. Het Tribunal heeft de totale schade van de benadeelde vastgesteld op € 912.209,53 en heeft JLA en Nagico hoofdelijk veroordeeld om, rekening houdend met de vordering ter zake van de sociale voorzieningen (van in totaal € 498.709,53) en de reeds toegekende voorziening, aan de benadeelde bij wijze van restantvergoeding een bedrag van € 403.500,-- te betalen.
(vii) In hoger beroep heeft de Cour d’appel de Basse Terre bij tussenarrest van 21 april 2008 onder meer overwogen dat de dekkingsbeperking weliswaar geldig is naar Nederlands-Antilliaans recht, maar dat deze bepaling vanwege de dwingendrechtelijke bepalingen van de Franse Code des assurances buiten toepassing moet worden gelaten. Nagico kan daardoor niet rechtsgeldig een dekkingsbeperking inroepen jegens de benadeelde en de verzekeringnemer met betrekking tot de vergoeding van lichamelijke schade.
(viii) Bij eindarrest van 8 februari 2010 heeft de Cour d’appel de uitspraak in eerste aanleg vernietigd en JLA en Nagico hoofdelijk veroordeeld tot schadeloosstelling van de benadeelde. De door JLA in vrijwaring jegens Nagico ingestelde vordering tot terugbetaling van de door JLA aan de benadeelde betaalde bedragen is afgewezen. Voor het overige is de beslissing van het Tribunal de grande instance bekrachtigd.
(ix) JLA heeft nadien Nagico gesommeerd het door haar aan de benadeelde betaalde bedrag aan haar te voldoen. Nagico heeft aan die sommatie geen gehoor gegeven.