ECLI:NL:HR:2020:1417
Hoge Raad
- Cassatie
- M.W.C. Feteris
- G. de Groot
- J.A.C.A. Overgaauw
- M.A. Fierstra
- J. Wortel
- Rechtspraak.nl
Cassatie over kansspelbelasting en bewijslast bij vrij dienstenverkeer
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 september 2020 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over de kansspelbelasting. De belanghebbende, een inwoner van Nederland, had deelgenomen aan online pokerspelen via de website PropagandaPoker.com in de periodes maart 2009 tot en met mei 2009 en september 2009. Over de behaalde resultaten had hij kansspelbelasting op aangifte voldaan. De Staatssecretaris van Financiën had echter bezwaar gemaakt tegen deze aangifte, wat leidde tot een hoger beroep bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch. Het Hof oordeelde dat de belanghebbende, die zich beroept op de vrijheid van dienstenverkeer, de bewijslast draagt om aan te tonen dat de houder van het kansspel op Malta is gevestigd.
De Hoge Raad bevestigde het oordeel van het Hof en oordeelde dat het middel van de belanghebbende faalde. De Hoge Raad wees erop dat het niet nodig was om verder in te gaan op vragen die van belang zijn voor de ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie ongegrond en zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen door de president en vier andere rechters, en werd openbaar uitgesproken op 11 september 2020.