ECLI:NL:HR:2020:1382

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 september 2020
Publicatiedatum
7 september 2020
Zaaknummer
19/01779
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over medeplegen van gewelddadige overval en diefstal met geweld

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 september 2020 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 5 april 2019. De verdachte, geboren in 1990, was betrokken bij de voorbereiding van een gewelddadige overval en diefstal met geweld. Het beroep in cassatie werd ingesteld door de verdachte, die werd bijgestaan door advocaten R.J. Baumgardt en P. van Dongen. De advocaat-generaal D.J.C. Aben concludeerde tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de uitspraak van het gerechtshof in stand blijft. Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, samen met de raadsheren M.J. Borgers en J.C.A.M. Claassens, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer19/01779
Datum8 september 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 5 april 2019, nummer 23-003526-15, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben R.J. Baumgardt en P. van Dongen, beiden advocaat te Rotterdam, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren M.J. Borgers en J.C.A.M. Claassens, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
8 september 2020.