Uitspraak
wonende te [woonplaats],
gevestigd te Utrecht,
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
10 juli 2020.
Hoge Raad
In deze zaak heeft eiseres, een lid van de Federatie Nederlandse Vakvereniging (FNV), cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag. De Hoge Raad behandelt de vraag of een vakbond, in dit geval de FNV, optreedt als rechtsbijstandverzekeraar voor haar leden die recht hebben op kosteloze rechtsbijstand op basis van hun lidmaatschap. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken en het procesverloop in de feitelijke instanties, waaronder een vonnis van de kantonrechter en eerdere arresten van het hof. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van eiseres over het arrest van het hof niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep en legt de kosten van het geding in cassatie op aan eiseres, die deze kosten moet vergoeden aan de FNV. De uitspraak is gedaan op 10 juli 2020 en openbaar gemaakt door raadsheer C.E. du Perron.