ECLI:NL:HR:2020:1166

Hoge Raad

Datum uitspraak
30 juni 2020
Publicatiedatum
29 juni 2020
Zaaknummer
19/01084
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid cassatieberoep tegen beschikking rechtbank Amsterdam inzake teruggave rijbewijs

In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van een cassatieberoep tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 18 december 2018. De klager, geboren in 1977, had een klaagschrift ingediend met het verzoek om teruggave van zijn rijbewijs. De rechtbank had dit klaagschrift ongegrond verklaard. De advocaat-generaal D.J.C. Aben heeft in zijn conclusie aangegeven dat het rijbewijs op 5 juni 2019 is teruggegeven aan de klager. Hierdoor heeft de klager geen belang meer bij het cassatieberoep tegen de beschikking van de rechtbank. De Hoge Raad heeft op 30 juni 2020 geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat de klager geen belang meer heeft bij de uitspraak van de Hoge Raad. De beslissing is genomen door de vice-president J. de Hullu, samen met de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en A.E.M. Röttgering, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer19/01084 B
Datum30 juni 2020
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 18 december 2018, nummer RK 18/8325, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994, ingediend
door
[klager],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1977,
hierna: de klager.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft G.P. Dayala, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld.
De advocaat-generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de klager in het beroep.
De raadsman van de klager heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

De rechtbank heeft bij beschikking van 18 december 2018 het klaagschrift van de klager dat strekt tot teruggave van zijn rijbewijs, ongegrond verklaard. Uit door de advocaat‑generaal ingewonnen inlichtingen, zoals in de conclusie vermeld, blijkt dat het rijbewijs op 5 juni 2019 is teruggegeven aan de klager. Dit betekent dat de klager geen belang meer heeft bij het cassatieberoep tegen de beschikking van de rechtbank zodat hij daarin niet-ontvankelijk moet worden verklaard.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en A.E.M. Röttgering, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
30 juni 2020.