Deze bewezenverklaring steunt op onder meer het volgende bewijsmiddel:
“26. Een proces-verbaal van aangifte met nummer PL1300-2015214636-1 van 25 september 2015, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant] doorgenummerde pagina’s 1 094 -1 096.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 25 september 2015 tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van [betrokkene 5]:
Op 17 september 2015 bevond ik mij thuis in Haarlem. Ik had geld nodig en heb op google gezocht naar hoe ik geld kon verdienen. Ik kwam op een advertentie geplaatst door een “[betrokkene 6] uit [plaats]”. De tekst van de advertentie was als volgt:
“Vandaag nog 1000 euro
Hey zit jij een beetje krap bij kas en kan je 1000 euro goed gebruiken liever vandaag dan morgen stuur me dan een berichtje groetjes [betrokkene 6]”.
Ik heb vervolgens via de website gereageerd via de link in de advertentie. Hierop kreeg ik op mijn g-mail-account een reactie. Ik vroeg hem wat ik moest doen om het geld te verdienen. Ik las dat [betrokkene 6] een zwager had die als leidinggevende werkt op een hoofdkantoor dat samenwerkt met alle providers. Deze zwager zou vanwege zijn functie abonnementen uit het systeem kunnen halen. Zo zou ik een abonnement af kunnen sluiten waarbij je een gratis telefoon krijgt. Vervolgens zou dan het abonnement uit het systeem worden verwijderd zodat er niks op mijn naam zou blijven staan.
Na deze e-mails zijn we overgestapt op communicatie via WhatsApp. Het telefoonnummer van [betrokkene 6] is [003].
Via WhatsApp heeft hij mij verder uitgelegd hoe het in zijn werk zou gaan met de telefoons. We hadden afgesproken op 19 september (het hof begrijpt: 2015) bij de Jumbo op de [b-straat 1] in Haarlem. Ik ben daarheen gelopen. Vervolgens kwam er een man de Jumbo uitlopen. Hij sprak mij aan en ik hoorde hem zeggen. Sta je op iemand te wachten? Ik begreep hieruit dat dit de man was waarmee ik had afgesproken. Vervolgens liepen we naar zijn auto. We zijn vervolgens naar het [c-straat] in Amsterdam (het hof begrijpt, gereden). Ik hoorde hem (het hof begrijpt: “[betrokkene 6]”) zeggen dat ik een abonnement moest afsluiten waarbij je een iPhone 6 krijgt. Ik heb dat vervolgens gedaan. Ik heb in de winkel een abonnement afgesloten en heb de iPhone direct meegekregen.
Volgens deze werkwijze zijn wij naar de volgende winkels gegaan om telefoonabonnementen af te sluiten:
-KPN winkel, [c-straat 1] (het hof begrijpt: te Amsterdam), een abonnement met iPhone 6;
-KPN winkel, [d-straat 1] (het hof begrijpt: te Amsterdam), twee abonnementen met iPhone 6;
-T-Mobile winkel, [c-straat 2] (het hof begrijpt: te Amsterdam), een abonnement met iPhone 6;
-Phonehouse, [e-straat 1] (het hof begrijpt: te Amsterdam), Tele2 abonnement met iPhone 6.
Vanaf de [e-straat] zijn we naar de Mediamarkt op de [f-straat] (het hof begrijpt: [f-straat]) [1] in Amsterdam (het hof begrijpt: gegaan). In de straat achter de Mediamarkt hoorde ik [betrokkene 6] zeggen dat het anders zou gaan dan bij de telefoonwinkels. Ik moest een Macbook op afbetaling kopen. Ik zou hiervoor 700 euro extra krijgen. Ik heb vervolgens een Macbook Pro 15 inch van 2158 euro met een betalingsregeling van 57,61 euro per maand, voor 48 maanden, gekocht. Hierna ben ik teruggelopen naar de plek waar ik was afgezet. Ik hoorde hem zeggen dat hij de 700 euro nog moest halen. [betrokkene 6] is niet meer teruggekomen.”