ECLI:NL:HR:2020:1136

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 juni 2020
Publicatiedatum
25 juni 2020
Zaaknummer
19/01276
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over beëindigingsovereenkomst en dwaling in samenwerkingsverband

In deze zaak hebben Vrebamelkvee c.s. cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 11 december 2018. De Hoge Raad heeft de klachten over dit arrest beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging. De zaak betreft een beëindigingsovereenkomst in het kader van een samenwerkingsverband, waarbij dwaling en verrekening aan de orde zijn. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het niet nodig is om te motiveren waarom de klachten niet tot vernietiging leiden, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

De Hoge Raad heeft het beroep van Vrebamelkvee c.s. verworpen en hen veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 6.802,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan. De uitspraak is gedaan op 26 juni 2020 door de Hoge Raad der Nederlanden, Civiele Kamer, en is openbaar uitgesproken door raadsheer C.E. du Perron.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer19/01276
Datum26 juni 2020
ARREST
In de zaak van
1. VREBAMELKVEE B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
2. [eiseres 2] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
3. [eiseres 3] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
4. [eiseres 4],
gevestigd te [vestigingsplaats],
5. [eiser 5],
wonende te [woonplaats],
6. [eiser 6],
wonende te [woonplaats],
7. [eiser 7],
wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
hierna gezamenlijk: Vrebamelkvee c.s.,
advocaat: H.J.W. Alt,
tegen
1. De Maatschap [verweerster 1],
gevestigd te [vestigingsplaats],
2. [verweerster 2],
wonende te [woonplaats],
3. [verweerder 3],
wonende te [woonplaats],
4. [verweerder 4],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
hierna gezamenlijk: [verweerders],
advocaat: M.E.M.G. Peletier.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
het vonnis in de zaak C/03/196237 / HA ZA 14-548 van de rechtbank Limburg van 13 april 2016;
de arresten in de zaak 200.196.085/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 4 oktober 2016, 31 oktober 2017 en 11 december 2018.
Vrebamelkvee c.s. hebben tegen het arrest van het hof van 11 december 2018 beroep in cassatie ingesteld.
[verweerders] hebben een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal W.L. Valk strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Vrebamelkvee c.s. heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt Vrebamelkvee c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerders] begroot op € 6.802,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien Vrebamelkvee c.s. deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, M.V. Polak en H.M. Wattendorff, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer C.E. du Perron op
26 juni 2020.