ECLI:NL:HR:2019:934

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 juni 2019
Publicatiedatum
13 juni 2019
Zaaknummer
19/00768
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen voorlopige machtiging in kader van psychiatrisch ziekenhuisverblijf

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 juni 2019 uitspraak gedaan in een cassatieberoep dat was ingesteld door de betrokkene, die verblijft in een psychiatrisch ziekenhuis. De zaak betreft een verzoek van de Officier van Justitie in het arrondissement Oost-Nederland om een voorlopige machtiging, terwijl de betrokkene in het kader van een voorwaardelijke schorsing van zijn voorlopige hechtenis in het ziekenhuis verbleef. De betrokkene stelde dat er sprake was van misbruik van bevoegdheid door de Officier van Justitie. De Hoge Raad verwijst naar de beschikking van de rechtbank Gelderland van 13 november 2018, waartegen het cassatieberoep was ingesteld. De Officier van Justitie verzocht om het beroep te verwerpen, en de conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers was eveneens gericht op verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het middel waren aangevoerd niet tot cassatie konden leiden, en dat dit geen nadere motivering behoefde, gezien artikel 81 lid 1 RO. De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt daarmee de eerdere beslissing van de rechtbank.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer19/00768
Datum14 juni 2019
BESCHIKKING
In de zaak van
[betrokkene],
verblijvende te [plaats],
VERZOEKER tot cassatie,
hierna: betrokkene,
advocaat: mr. C. Reijntjes-Wendenburg,
tegen
DE OFFICIER VAN JUSTITIE IN HET ARONDISSEMENT OOST-NEDERLAND,
VERWEERDER in cassatie,
hierna: de officier van justitie,
advocaat: mr. M.M. van Asperen.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de beschikking in de zaak 344724 FZRK 18-2843 van de rechtbank Gelderland van 13 november 2018.
Betrokkene heeft tegen de beschikking van de rechtbank beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De officier van justitie heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

2.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vicepresident C.A. Streefkerk als voorzitter en de raadsheren A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.V. Polak op
14 juni 2019.