In deze zaak hebben eisers, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. N.C. van Steijn, cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam. De eisers, bestaande uit een natuurlijk persoon en twee rechtspersonen, hebben zich verzet tegen de executoriale verkoop van bedrijfspanden door Rabobank, die in deze procedure niet is verschenen. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling verwezen naar eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam en een arrest van het gerechtshof Amsterdam. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van eisers niet tot cassatie kunnen leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt eisers in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Rabobank zijn begroot op nihil. Dit arrest is uitgesproken op 14 juni 2019.