ECLI:NL:HR:2019:9

Hoge Raad

Datum uitspraak
22 januari 2019
Publicatiedatum
3 januari 2019
Zaaknummer
16/06204
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van beschikking inzake beslag ex art. 1:37.1 Algemene douanewet en oproeping klaagster

In deze zaak gaat het om een beklagprocedure betreffende de inbeslagname van een personenauto, die kennelijk was ingericht om goederen aan ambtelijk toezicht te onttrekken. De klaagster, geboren in 1988, had een klaagschrift ingediend bij de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem. De Hoge Raad heeft op 22 januari 2019 uitspraak gedaan in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank. De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken concludeerde tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot verwijzing naar de Rechtbank Amsterdam voor een nieuwe behandeling van het klaagschrift.

De Hoge Raad oordeelde dat de klaagster niet behoorlijk was opgeroepen voor de behandeling van haar klaagschrift, wat een wezenlijk verzuim in de raadkamerprocedure met zich meebracht. Dit verzuim leidde tot de nietigheid van het onderzoek. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de inbeslaggenomen auto inmiddels was vernietigd, maar dat dit geen invloed had op de ontvankelijkheid van het cassatieberoep. De zaak werd vervolgens verwezen naar het Gerechtshof Amsterdam voor een nieuwe behandeling.

De uitspraak benadrukt het belang van een behoorlijke oproeping van belanghebbenden in procedures als deze, en bevestigt dat een verzuim hierin kan leiden tot nietigheid van de procedure.

Uitspraak

22 januari 2019
Strafkamer
nr. S 16/06204 B
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, van 7 november 2016, nummer RK 16/006240, op een klaagschrift als bedoeld in art. 1:37, vijfde lid, Algemene douanewet, ingediend door:
[klaagster], geboren op [geboortedatum] 1988.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klaagster. Namens deze heeft R.J. Baumgardt, advocaat te Rotterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot verwijzing naar de Rechtbank Amsterdam teneinde op het bestaande beklag opnieuw te worden behandeld en afgedaan.

2.Beoordeling van het middel

2.1.
Het middel klaagt dat de klaagster niet behoorlijk is opgeroepen voor de behandeling van het namens de klaagster ingediende klaagschrift van 31 augustus 2016.
2.2.
Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 5.2 tot en met 5.6 is het middel terecht voorgesteld.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden beschikking;
verwijst de zaak naar het Gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak op het bestaande klaagschrift opnieuw wordt behandeld en afgedaan.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en J.C.A.M. Claassens, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
22 januari 2019.