Uitspraak
1.Geding in cassatie
's-Gravenhage, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
21 mei 2019.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waarbij de verdachte is veroordeeld voor diefstal door twee of meer verenigde personen, gepleegd op 22 augustus 2015. De Hoge Raad behandelt de vraag of het Hof ten onrechte toepassing heeft gegeven aan het taakstrafverbod zoals vastgelegd in artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte had eerder een taakstraf opgelegd gekregen, maar het Hof concludeerde dat deze taakstraf niet was uitgevoerd, noch dat er vervangende hechtenis was bevolen. De Hoge Raad oordeelt dat de vaststelling van het Hof dat het taakstrafverbod van toepassing is, niet zonder meer begrijpelijk is, omdat het uittreksel van de justitiële documentatie onvoldoende steun biedt voor deze conclusie. De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging, en wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor herbehandeling van de straf.