Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het eerste middel
3.Beoordeling van het tweede middel
4.Beslissing
14 mei 2019.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam, waarbij de verdachte is veroordeeld voor het medeplegen van het opzettelijk binnenbrengen van cocaïne in Nederland, verstopt in sojameel. De Hoge Raad heeft op 14 mei 2019 uitspraak gedaan in deze zaak, met zaaknummer 17/03204. De verdachte, geboren in 1967, heeft samen met anderen twee zeecontainers uit Bolivia laten afleveren, waarin de cocaïne was verstopt. De advocaat van de verdachte, R.J. Baumgardt en P. van Dongen, hebben middelen van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar alleen wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de redelijke termijn in de cassatiefase is overschreden, omdat de stukken te laat door het Hof zijn ingezonden. Dit heeft geleid tot een vermindering van de opgelegde gevangenisstraf van 22 maanden naar 20 maanden. De Hoge Raad heeft het beroep voor het overige verworpen.