ECLI:NL:HR:2019:633

Hoge Raad

Datum uitspraak
19 april 2019
Publicatiedatum
18 april 2019
Zaaknummer
18/03638
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst en transitievergoeding in cassatie

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 april 2019 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen ROTO FRANK S.A. en een werknemer. De zaak betreft de ontbinding van de arbeidsovereenkomst en de vraag of de werknemer recht heeft op een transitievergoeding. De Hoge Raad heeft de beschikking van het gerechtshof Amsterdam van 22 mei 2018 bekrachtigd, waarin de werknemer verzocht had om het cassatieberoep van Roto Frank te verwerpen. De advocaat-generaal R.H. de Bock had in zijn conclusie ook tot verwerping van het cassatieberoep geadviseerd. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie konden leiden. Dit werd onderbouwd met de overweging dat de klachten geen nadere motivering behoefden, aangezien ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van Roto Frank verworpen en hen veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de werknemer zijn begroot op € 397,07 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris.

Uitspraak

19 april 2019
Eerste Kamer
18/03638
TT/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
ROTO FRANK S.A.,
gevestigd te Nivelles, België,
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. A.H.M. van den Steenhoven,
t e g e n
[de Werknemer],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. S.F. Sagel.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Roto Frank en de Werknemer.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de beschikking in de zaak 6131094/AO VERZ 17-87 van de kantonrechter te Haarlem van 10 november 2017;
b. de beschikking in de zaak 200.232.958/01 van het gerechtshof Amsterdam van 22 mei 2018.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van het hof heeft Roto Frank beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Werknemer heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal R.H. de Bock strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Roto Frank heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Roto Frank in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Werknemer begroot op € 397,07 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris.
Deze beschikking is gegeven door de vicepresident C.A. Streefkerk als voorzitter en de raadsheren
A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek en M.J. Kroeze, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.V. Polak op
19 april 2019.