ECLI:NL:HR:2019:599

Hoge Raad

Datum uitspraak
16 april 2019
Publicatiedatum
15 april 2019
Zaaknummer
17/04414
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden inzake valsheid in geschrift en gewoontewitwassen door belastingadviseur

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 23 augustus 2017 is gewezen. De verdachte, een belastingadviseur, is beschuldigd van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd, en gewoontewitwassen. De verdachte heeft jarenlang voor anderen aangiften inkomstenbelasting verzorgd, waarbij hij te hoge bedragen aan zorgkosten heeft opgevoerd. Dit leidde tot een strafzaak waarin de verdachte in eerste instantie werd veroordeeld.

De Hoge Raad heeft op 16 april 2019 uitspraak gedaan in deze cassatiezaak, onder zaaknummer 17/04414. De verdediging heeft verzocht om 67 personen als getuigen te horen, maar dit verzoek is afgewezen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het middel van cassatie niet kan leiden tot vernietiging van het arrest van het Gerechtshof. De Hoge Raad oordeelt dat er geen nadere motivering nodig is, omdat het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

De uitspraak van de Hoge Raad bevestigt de verwerping van het beroep en onderstreept de ernst van de beschuldigingen tegen de verdachte. De zaak benadrukt de noodzaak van zorgvuldigheid bij het indienen van belastingaangiften en de gevolgen van valsheid in geschrift in het kader van belastingfraude.

Uitspraak

16 april 2019
Strafkamer
nr. S 17/04414
AKA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 23 augustus 2017, nummer 21/002373-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1965.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft A.A. Franken, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De plaatsvervangend Advocaat-Generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
16 april 2019.