ECLI:NL:HR:2019:597

Hoge Raad

Datum uitspraak
16 april 2019
Publicatiedatum
15 april 2019
Zaaknummer
18/00659
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake opzettelijk onbruikbaar maken van goed

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 11 januari 2018, met nummer 23/002152-17. De verdachte, geboren in 1968, werd beschuldigd van het opzettelijk en wederrechtelijk onbruikbaar maken van enig goed door in de ophoudruimte van de Koninklijke Marechaussee te urineren, wat in strijd is met artikel 350, lid 1 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte bevond zich op het moment van de daad onder invloed van alcohol en had zijn voorgeschreven medicatie niet ingenomen, wat van belang was voor de beoordeling van zijn opzet.

De Hoge Raad, onder leiding van vice-president W.A.M. van Schendel, heeft op 16 april 2019 uitspraak gedaan. De Advocaat-Generaal P.C. Vegter had geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelde dat het middel van cassatie niet tot cassatie kon leiden, en dat dit geen nadere motivering behoefde, aangezien het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, waarmee de uitspraak van het Gerechtshof in stand bleef.

Uitspraak

16 april 2019
Strafkamer
nr. S 18/00659
ABO
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 11 januari 2018, nummer 23/002152-17, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1968.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben R.J. Baumgardt en P. van Dongen, beiden advocaat te Rotterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
16 april 2019.