ECLI:NL:HR:2019:550

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 april 2019
Publicatiedatum
5 april 2019
Zaaknummer
17/04512
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de bestreden uitspraak met betrekking tot de duur van de opgelegde gevangenisstraf na overschrijding van de redelijke termijn in cassatiefase

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag, waarbij de verdachte, geboren in 1992, was veroordeeld tot achttien maanden gevangenisstraf, waarvan zes maanden voorwaardelijk. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door advocaat D.J.G.J. Cornelissen. De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar enkel wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf. De Hoge Raad heeft op 9 april 2019 geoordeeld dat het middel, dat zich richtte op de redelijke termijn zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, EVRM, gegrond is. De Hoge Raad oordeelde dat de stukken te laat door het Hof waren ingezonden, wat heeft geleid tot de conclusie dat de redelijke termijn was overschreden. Dit heeft geresulteerd in een vermindering van de gevangenisstraf van achttien maanden naar zeventien maanden en een week, met behoud van de voorwaardelijke straf van zes maanden en een proeftijd van twee jaren. De Hoge Raad heeft de overige onderdelen van het beroep verworpen, en het arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

9 april 2019
Strafkamer
nr. S 17/04512
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 18 augustus 2017, nummer 22/005083-16, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboortplaats] op [geboortedatum] 1992.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft D.J.G.J. Cornelissen, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak doch uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf, tot vermindering daarvan naar de gebruikelijke maatstaf en tot verwerping van het beroep voor het overige.
2 Beoordeling van het eerste middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beoordeling van het tweede middel

3.1.
Het middel klaagt dat de redelijke termijn als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM in de cassatiefase is overschreden omdat de stukken te laat door het Hof zijn ingezonden.
3.2.
Het middel is gegrond. Dit moet leiden tot vermindering van de aan de verdachte opgelegde gevangenisstraf van achttien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf;
vermindert deze in die zin dat deze zeventien maanden en een week, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren beloopt;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
9 april 2019.