ECLI:NL:HR:2019:461

Hoge Raad

Datum uitspraak
2 april 2019
Publicatiedatum
28 maart 2019
Zaaknummer
17/04219
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden inzake diefstal in vereniging

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 17 maart 2017 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1987. De verdachte is beschuldigd van diefstal in vereniging, gepleegd door middel van braak, zoals omschreven in artikel 310 jo. 311.4 en .5 van het Wetboek van Strafrecht. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door de advocaten C. Grijsen en R. van Leusden. De plaatsvervangend Advocaat-Generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft op 2 april 2019 geoordeeld dat het middel van cassatie niet kan leiden tot cassatie, omdat het niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, en dit arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting. De uitspraak is gedaan door de vice-president W.A.M. van Schendel, samen met de raadsheren V. van den Brink en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in aanwezigheid van de waarnemend griffier J.D.M. Hart.

Uitspraak

2 april 2019
Strafkamer
nr. S 17/04219
AKA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 17 maart 2017, nummer 21/006636-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1987.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben C. Grijsen, advocaat te Almere, en R. van Leusden, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De plaatsvervangend Advocaat-Generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
2 april 2019.