ECLI:NL:HR:2019:432

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 maart 2019
Publicatiedatum
25 maart 2019
Zaaknummer
18/02175
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van diefstal met geweld en wederrechtelijke vrijheidsberoving door een 88-jarige man

In deze zaak gaat het om een 88-jarige man die beschuldigd wordt van medeplegen van diefstal met geweld en wederrechtelijke vrijheidsberoving. De feiten zijn als volgt: de verdachte heeft een slachtoffer meermalen met de vuist in het gezicht geslagen en heeft hem met een vuurwapen gedwongen de trap op te lopen. Eenmaal in de slaapkamer heeft de verdachte het slachtoffer op bed gezet, een deken over zijn hoofd gelegd en zijn polsen en benen vastgebonden. De zaak is aanhangig gemaakt bij de Hoge Raad na een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, waarin de verdachte in cassatie ging tegen de uitspraak van het hof. De advocaat van de verdachte, J.J.J. van Rijsbergen, heeft een middel van cassatie voorgesteld, waarbij hij aanvoert dat het hof in strijd met artikel 341, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering de verklaring van een medeverdachte voor het bewijs heeft gebruikt. De Advocaat-Generaal, P.C. Vegter, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het niet tot cassatie kan leiden. Dit behoeft geen nadere motivering, aangezien het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen op 26 maart 2019.

Uitspraak

26 maart 2019
Strafkamer
nr. S 18/02175
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 7 mei 2018, nummer 20/000548-17, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J.J.J. van Rijsbergen, advocaat te Breda, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren M.J. Borgers en A.E.M. Röttgering, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
26 maart 2019.