ECLI:NL:HR:2019:333

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 maart 2019
Publicatiedatum
7 maart 2019
Zaaknummer
17/02999
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van meerdere overtredingen van de Opiumwet met betrekking tot het medeplegen van het handelen in heroïne en cocaïne

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 1 juni 2017 is gewezen. De verdachte, geboren in 1981, heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere overtredingen van de Opiumwet, specifiek het medeplegen van het handelen in heroïne en cocaïne. De verdediging heeft klachten ingediend over de motivering van de bewezenverklaring van een van de feiten en over de afwijzing van voorwaardelijke getuigenverzoeken. De advocaat van de verdachte, B.E.J. Torny, heeft middelen van cassatie voorgesteld, die aan het arrest zijn gehecht. De plaatsvervangend Advocaat-Generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft op 12 maart 2019 het beroep verworpen, en dit arrest is gewezen door de vice-president M. de Hullu als voorzitter, samen met de raadsheren V. van den Brink en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in aanwezigheid van de waarnemend griffier H.J.S. Kea.

Uitspraak

12 maart 2019
Strafkamer
nr. S 17/02999
ABO
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 1 juni 2017, nummer 21/004275-16, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1981.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft B.E.J. Torny, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De plaatsvervangend Advocaat-Generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
12 maart 2019.