Uitspraak
gevestigd te IJsselstein,
gevestigd te [vestigingsplaats],
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
- i) [verweerster] is een maatschap van accountants en fiscalisten. HBL heeft vanaf enig moment haar boekhouding laten verzorgen door de maatschap NuAdvies (hierna: NuAdvies).
- ii) Op 6 november 2007 heeft [verweerster] als kredietgever met een aantal kredietnemers, waaronder NuAdvies, een ‘Rekening-courantovereenkomst met kredietfaciliteit’ gesloten (hierna: de rekening-courantovereenkomst). Art. 7 van deze overeenkomst luidt, voor zover in deze zaak van belang, als volgt:
bijlage 1, of het resterende gedeelte daarvan met rente en eventuele kosten, geven kredietnemers allen ieder voor zich aan kredietgever in pand al hun activa. Onder dit pandrecht op deze activa wordt in ieder geval verstaan pandrechten op alle immateriële vaste activa, op alle goodwill, op alle aandelen, op alle goederen zoals alle huidige en toekomstige (bedrijfs)vorderingen op derden, zoals deze op enig tijdstip zijn samengesteld. (…)”
- iii) De rekening-courantovereenkomst is op 8 december 2010 geregistreerd bij de belastingdienst in Arnhem.
- iv) In 2012 heeft NuAdvies in totaal € 11.033,07 aan HBL in rekening gebracht voor verrichte werkzaamheden. Het gaat om de volgende facturen:
- v) NuAdvies heeft, na daartoe te zijn veroordeeld bij vonnis in kort geding van 21 augustus 2012, op 24 augustus 2012 een debiteurenlijst aan [verweerster] afgegeven. Op deze debiteurenlijst is de hiervoor onder (iv) als eerste genoemde vordering vermeld. [verweerster] heeft deze debiteurenlijst geregistreerd op 29 augustus 2012.
- vi) In een brief van [verweerster] aan HBL van 5 september 2012 staat het volgende:
- viii) Na ontvangst van deze brief heeft HBL de eerste drie van de hiervoor onder (iv) vermelde facturen aan NuAdvies betaald.
- ix) NuAdvies is op 2 april 2013 in staat van faillissement verklaard.
- x) In een door onder meer [verweerster] aanhangig gemaakte procedure tegen de curator van NuAdvies heeft de rechtbank Gelderland bij onherroepelijk geworden vonnis van 28 mei 2014 als volgt beslist:
- xi) Door middel van een brief van 4 juni 2014 heeft [verweerster] HBL op de hoogte gebracht van het hiervoor onder (x) genoemde vonnis.
- xii) In een brief van 6 januari 2015 van [verweerster] is HBL aangemaand tot betaling van de vier facturen, vermeerderd met incassokosten. Verder staat in deze brief:
,komt het stille pandrecht op een later moment, bij het ontstaan van de desbetreffende vorderingen, op die vorderingen te rusten (behoudens de werking van een bepaling als art. 35 lid 2 Fw
).
(behoudens de werking van een bepaling als art. 35 lid 2 Fw
).
(zie hiervoor in 3.6.3), en kan de mededeling de reikwijdte van de akte niet uitbreiden en dus geen openbaar pandrecht tot stand brengen.
4.Beslissing
22 februari 2019.