ECLI:NL:HR:2019:250

Hoge Raad

Datum uitspraak
19 februari 2019
Publicatiedatum
18 februari 2019
Zaaknummer
17/02677
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen gewoonteheling van auto-onderdelen en kentekenbewijzen, en opzetheling van personenauto

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 17 mei 2017 is gewezen. De verdachte, geboren in 1974, is aangeklaagd voor medeplegen van gewoonteheling van auto-onderdelen en kentekenbewijzen, alsook voor opzetheling van een personenauto. De verdediging heeft in het appelschriftuur verzocht om een getuige te horen, die eerder in het vooronderzoek een verklaring heeft afgelegd. Dit verzoek is afgewezen. De verdediging voerde aan dat er sprake was van vermenging van gestolen goederen met persoonlijke spullen van de verdachte, wat buiten zijn medeweten om zou zijn gebeurd. De Hoge Raad heeft de bewijsklacht met betrekking tot het medeplegen van gewoonteheling beoordeeld. De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen niet tot cassatie kunnen leiden, en dat dit geen nadere motivering behoeft, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep op 19 februari 2019.

Uitspraak

19 februari 2019
Strafkamer
nr. S 17/02677
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 17 mei 2017, nummer 21/002634-16, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1974.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft K.A. Krikke, advocaat te Baarn, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren M.J. Borgers en A.E.M. Röttgering, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
19 februari 2019.