ECLI:NL:HR:2019:212

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 februari 2019
Publicatiedatum
11 februari 2019
Zaaknummer
18/00713
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over profijtontneming en motivering van w.v.v.

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 februari 2019 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beslissing van het Gerechtshof Amsterdam van 13 februari 2018. Het beroep in cassatie was ingesteld door de betrokkene, die werd bijgestaan door advocaat F.P. Slewe. De zaak betreft een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, waarbij een bedrag van € 24.493.121,78 aan de orde is. De Hoge Raad oordeelde dat de vaststelling van de omvang van het wederrechtelijk verkregen voordeel ontoereikend gemotiveerd was. Het Hof had zich niet vergewist of er andere strafbare feiten waren gepleegd waaruit de betrokkene wederrechtelijk voordeel had verkregen vóór de wijzigingsdatum van artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht op 1 maart 1993.

De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt had geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad volgde deze conclusie. De Hoge Raad oordeelde dat het middel niet tot cassatie kon leiden, en dat dit geen nadere motivering behoefde, aangezien het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan door vice-president W.A.M. van Schendel, samen met de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

12 februari 2019
Strafkamer
nr. S 18/00713 P
AKA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 13 februari 2018, nummer 23/001628-13, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van:
[betrokkene], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1957.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze heeft F.P. Slewe, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
12 februari 2019.