ECLI:NL:HR:2019:2035

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 december 2019
Publicatiedatum
19 december 2019
Zaaknummer
18/03333
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over informatieverplichting bij collectieve waardeoverdracht in pensioenrecht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 december 2019 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen de Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT) en een gepensioneerde. PMT, vertegenwoordigd door de advocaten mr. M.J. Schenck en mr. S.F. Sagel, heeft cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag. De gepensioneerde, vertegenwoordigd door mr. H.J.W. Alt, heeft voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. De zaak betreft de informatieverplichting van pensioenuitvoerders bij collectieve waardeoverdracht, zoals vastgelegd in artikel 83 van de Pensioenwet (Pw).

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer18/03333
Datum20 december 2019
ARREST
In de zaak van
STICHTING PENSIOENFONDS METAAL EN TECHNIEK,
gevestigd te Den Haag ,
EISERES tot cassatie, verweerster in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,
hierna: PMT,
advocaat: aanvankelijk mr. M.J. Schenck en thans mr. S.F. Sagel,
tegen
[gepensioneerde] ,
wonende te [woonplaats] ,
VERWEERDER in cassatie, eiser in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,
hierna: [gepensioneerde] ,
advocaat: mr. H.J.W. Alt.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
het vonnis in de zaak 4609257 RL EXPL 15-34626 van de kantonrechter te Den Haag van 20 juni 2016;
het arrest in de zaak 200.201.937/01 van het gerechtshof Den Haag van 8 mei 2018.
PMT heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld. [gepensioneerde] heeft voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld.
Partijen hebben over en weer een verweerschrift tot verwerping van het beroep ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor PMT mede door mr. I.L.N. Timp.
De conclusie van de Advocaat-Generaal R.H. de Bock strekt in het principale en incidentele cassatieberoep tot verwerping.
De advocaat van PMT heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel in het principale beroep

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Nu het middel in het principale beroep faalt, komt het voorwaardelijk ingestelde incidentele beroep niet aan de orde.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt PMT in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [gepensioneerde] begroot op € 400,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, M.J. Kroeze en F.J.P. Lock, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer C.E. du Perron op
20 december 2019.