Uitspraak
wonende te [woonplaats],
wonende te [woonplaats],
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
13 december 2019.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de moeder, wonende te [woonplaats], een verzoek tot cassatie ingediend tegen de beschikking van het hof. De vader, wonende te [woonplaats], is niet verschenen en heeft geen verweerschrift ingediend. De moeder verzoekt om vervangende toestemming om haar minderjarige kind in te schrijven op een school in de nabijheid van haar woning. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Den Haag en het gerechtshof Den Haag, die relevant zijn voor het procesverloop. De conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers is dat het cassatieberoep moet worden verworpen. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in het middel niet tot cassatie kunnen leiden, en dat verdere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep op 13 december 2019.