ECLI:NL:HR:2019:1855

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 november 2019
Publicatiedatum
26 november 2019
Zaaknummer
18/03462
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over medeplegen van hennep en diefstal van elektriciteit met betrekking tot bewijsvoering

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 november 2019 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch. De verdachte, geboren in 1993, was in hoger beroep veroordeeld voor het medeplegen van het aanwezig hebben van hennep en het medeplegen van diefstal van elektriciteit door middel van verbreking. De raadsman van de verdachte had in hoger beroep vrijspraak bepleit, maar het Hof bevestigde het vonnis van de Politierechter met een verbeterde lezing. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof in strijd met artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering had gehandeld door te volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen zonder rekening te houden met het pleidooi voor vrijspraak. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing naar het Gerechtshof voor een nieuwe behandeling van de zaak. De Hoge Raad heeft het middel gegrond verklaard en de bestreden uitspraak vernietigd, waarna de zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch voor herbehandeling.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer18/03462
Datum26 november 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 18 juli 2018, nummer 20/002080-17, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1993,
hierna: de verdachte.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J.S. Nan, advocaat te 's–Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof ’s-Hertogenbosch opdat de zaak op het bestaande beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het derde middel

2.1
Het middel klaagt dat het Hof in strijd met art. 359, derde lid tweede volzin, Sv, heeft volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen. Het voert daartoe aan dat de raadsman van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep vrijspraak heeft bepleit.
2.2
Het Hof heeft zich verenigd met het in deze zaak gewezen vonnis van de Politierechter, met verbeterde lezing daarvan. Hetgeen het Hof aldus ten laste van de verdachte heeft bewezenverklaard en de bewijsvoering, zijn weergegeven in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 4, 5 en 16 tot en met 19.
2.3
Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 28 tot en met 31 is het middel gegrond.

3.Beoordeling van de overige middelen

Gelet op de hierna volgende beslissing behoeven de overige middelen geen bespreking.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de bestreden uitspraak;
- wijst de zaak terug naar het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en A.E.M. Röttgering, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
26 november 2019.