Het Hof heeft ter zake van “voorbereiding van verkrachting” aan de verdachte, naast een gevangenisstraf, de maatregel van terbeschikkingstelling opgelegd en daarbij voorwaarden gesteld. Het bestreden arrest houdt hieromtrent het volgende in:
“De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorbereiden van de verkrachting van aangeefster, een destijds 21-jarig, verstandelijk beperkt en kwetsbaar meisje. Verdachte heeft aangeefster hierbij bedreigd en gechanteerd met het openbaar maken van (gedeeltelijke) naaktfoto's van haar, die hij op heimelijke wijze had verkregen, met als doel aangeefster tot seks te dwingen. Verdachte is met zijn handelen volledig voorbij gegaan aan het recht op seksuele keuzevrijheid van aangeefster en heeft enkel oog gehad voor de bevrediging van zijn eigen lustgevoelens.
Het hof heeft bij de straftoemeting in strafverzwarende zin acht geslagen op het Uittreksel Justitiële Documentatie van verdachte van 3 september 2018, waaruit volgt dat verdachte eerder is veroordeeld voor delicten met een geweldscomponent, waaronder openlijke geweldpleging en bedreiging met zware mishandeling.
Het hof heeft ook acht geslagen op de Pro Justitia rapportages van drs. M. van Heteren, GZ‑psycholoog, en drs. H.A. Gerritsen, forensisch psychiater, van 1, respectievelijk 2 en 3 oktober 2018, die naar aanleiding van de gedragskundige onderzoeken naar de persoon van verdachte zijn opgesteld.
Uit voormelde rapportages volgt, zakelijk weergegeven, dat bij verdachte sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens, inhoudende zwakbegaafdheid. De psychiater spreekt daarnaast van een persoonlijkheidsstoornis met antisociale en narcistische trekken, de psycholoog van een antisociale persoonlijkheidsstoornis. De rapporteurs stellen dat deze gebrekkige ontwikkeling de gedragingen van verdachte ten tijde van het tenlastegelegde beïnvloedde. Hun conclusie luidt dat verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar moet worden beschouwd.
Op grond van het voorgaande is het hof van oordeel dat bij verdachte ten tijde van het bewezenverklaarde handelen een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens bestond en dat het bewezenverklaarde handelen in verminderde mate aan hem kan worden toegerekend. Het hof zal hier bij de straftoemeting rekening mee houden.
Gelet op de ernst van het bewezenverklaarde feit is het hof van oordeel dat enkel volstaan kan worden met oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. (...) Het hof acht de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden.
Aan verdachte is door de rechtbank, naast een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden opgelegd.
Met betrekking tot de vraag of een dergelijke maatregel moet worden opgelegd heeft het hof rekening gehouden met het volgende.
Psychiater Gerritsen en psycholoog Van Heteren hebben het recidiverisico op een nieuw zedendelict, dan wel op een meer algemeen geweldsdelict, als verhoogd/matig tot hoog ingeschat. In verband met het recidiverisico hebben de rapporteurs verder overwogen dat bij verdachte weinig tot geen sprake is van beschermende factoren. De rapporteurs hebben geconcludeerd dat behandeling van verdachte dient plaats te vinden binnen het kader van de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden. Gerritsen heeft daarbij concreet benoemd een klinische behandeling met aansluitend daarop een ambulant traject. Van Heteren acht opname van verdachte in een Sterk Gedragsgestoord Licht Verstandelijk Beperkt (SGLVB)voorziening zoals Trajectum aangewezen. Beide deskundigen hebben onder ogen gezien of een minder vergaande sanctie, zoals ambulante behandeling in het kader van een voorwaardelijke straf, ook tot terugdringing van het herhalingsgevaar zou kunnen leiden, maar om - globaal - dezelfde redenen achten zij de kans op een succesvolle aanpak daarvan met een dergelijk traject niet groot genoeg.
Het hof heeft verder kennisgenomen van het reclasseringsadvies van 26 september 2018 en het (ongedateerde) milieuonderzoek van G.J. Ploeg. De reclassering heeft zich, kort gezegd, geconformeerd aan het advies van de hiervoor vermelde Pro Justitia rapporteurs om aan verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden op te leggen.
De reclassering heeft in dat verband diverse voorwaarden geformuleerd.
Het hof overweegt als volgt.
Met de reclassering en voormelde rapporteurs is het hof van oordeel dat de problematiek van verdachte en het vastgestelde recidiverisico behandeling binnen het kader van de terbeschikkingstelling met voorwaarden noodzakelijk maken, overeenkomstig het door de reclassering geadviseerde plan. Verdachte zal eerst (langdurig) in een gesloten klinische setting worden behandeld, waarna bij een goed verloop van die klinische behandeling het ambulante traject zal kunnen aanvangen, gedurende welk traject verdachte in een beschermd- en/of begeleid wonen voorziening zal moeten verblijven.
Verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep desgevraagd aangegeven zich aan de voorwaarden te zullen houden die in het kader van deze behandeling aan hem zullen worden gesteld, ook als dat inhoudt het innemen van medicatie.
Het hof is van oordeel dat het gevaar voor herhaling met het thans op te leggen behandelkader voldoende kan worden ingeperkt. De oplegging van de zwaardere maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege - zoals gevorderd door de advocaat-generaal - acht het hof in het onderhavige geval niet noodzakelijk.
Het hof zal op vordering van de advocaat-generaal de dadelijke uitvoerbaarheid van de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden bevelen. Het hof overweegt hiertoe dat, gelet op de aard van de hiervoor beschreven problematiek en het recidiverisico, er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.
Het hof merkt ten slotte op dat aan de voorwaarden voor oplegging van deze maatregel, zoals bedoeld in artikel 37a van het Wetboek van Strafrecht, wordt voldaan. Blijkens de hiervoor genoemde Pro Justitia rapportages bestond bij verdachte tijdens het begaan van de feiten een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens, het betreft een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld en de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen vereist het opleggen van deze maatregel.
Terbeschikkingstelling niet gemaximeerd
Het hof is van oordeel dat de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden wordt opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Dit houdt in dat de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden, in geval van eventuele omzetting naar een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege, niet gemaximeerd in duur is.
(...)
BESLISSING
Het hof:
(...)
Gelast dat de verdachte ter beschikking wordt gesteld, onder de volgende voorwaarden:
1. Verdachte dient zich te houden aan de meldplicht bij de Reclassering Nederland, ook als dit inhoudt het meewerken aan huisbezoeken;
2. Verdachte pleegt geen strafbare feiten;
3. Verdachte verleent ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking aan het nemen van één of meerdere vingerafdrukken en/of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
4. Verdachte verleent zijn medewerking aan het verstrekken van een pasfoto en het verstrekken van informatie zoals bedoeld in het kader van het landelijke opsporingsbeleid ten aanzien van terbeschikkinggestelden;
5. Verdachte stelt zich onder toezicht van de reclassering en houdt zich aan de voorschriften en aanwijzingen die door of namens de reclassering aan hem gegeven worden. Verdachte zorgt ervoor dat hij te allen tijde bereikbaar is voor de reclassering, zijn behandelaren en zijn begeleiders;
6. Verdachte werkt mee aan het convenant tussen reclassering en politie, dat onder meer inhoudt dat hij onaangekondigd door de wijkagent gecontroleerd kan worden in zijn huis of omgeving;
7. Verdachte begeeft zich niet buiten de Europese landsgrenzen van Nederland;
8. Verdachte wijzigt niet van adres c.q. verhuist niet zonder overleg met en toestemming van de reclassering. Overnachtingen op een ander adres dan zijn vaste verblijfsadres, worden vooraf met de reclassering besproken;
9. Verdachte verschaft de reclassering zicht op de voortgang van zijn behandeling en begeleiding en verleent de reclassering toestemming om relevante referenten te raadplegen en contact te onderhouden met personen en instanties die deel uitmaken van zijn netwerk;
10. Verdachte heeft op geen enkele wijze contact met het slachtoffer, [slachtoffer], zonder toestemming van de reclassering;
11. Verdachte dient zich op basis van de door het NIFP-IFZ afgegeven indicatiestelling te laten opnemen in Trajectum (Hoeve Boschoord) of een soortgelijke intramurale instelling, zulks ter beoordeling van Divisie Individuele Zaken van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, waarbij verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-) directeur van die instelling zullen worden gegeven;
12. Verdachte neemt, indien geïndiceerd, de voorgeschreven medicatie in en laat zich hierop controleren. Hij neemt de medicatie in zolang als zijn behandelaars dat nodig achten;
13. Verdachte werkt mee aan een Ambulant Forensisch Psychiatrisch Toezicht (FPT) bij een nader door het IFZ te indiceren klinische behandelsetting, ook als dit inhoudt een time-out opname van maximaal tweemaal een periode van zeven weken;
14. Verdachte werkt mee aan behandel- en begeleidingstrajecten betreffende resocialisatie en nazorg, overeenkomstig de te geven aanwijzingen door de reclassering, ook als dit inhoudt begeleiding door Homerun of een soortgelijke instelling, zulks ter beoordeling van de reclassering;
15. Verdachte laat zich na zijn klinische behandeling opnemen in een beschermd- en/of begeleid wonen traject en/of ambulant begeleiden in een door IFZ goedgekeurde en geschikte woonplek, indien dit door de behandelaars en/of reclassering nodig wordt geacht;
16. Verdachte zet zich in voor het realiseren en behouden van een passende en door de reclassering goedgekeurde dagbesteding;
17. Verdachte geeft inzicht in zijn financiën en werkt desgewenst mee aan een financieel begeleidingstraject, ook als dit bewindvoering inhoudt;
18. Verdachte werkt mee aan de opbouw van een ondersteunend sociaal netwerk;
19. Verdachte onthoudt zich van middelengebruik en laat zich hierop controleren via urine- en blaascontroles;
20. Verdachte geeft openheid over het aangaan en onderhouden van (partner)relaties. Verdachte verleent toestemming tot contactopname met een nieuwe relatie. Tevens verleent verdachte, indien de reclassering dat nodig acht, inzicht in zijn telefoon-, e-mail-, sms- en internetactiviteiten hieromtrent.
Beveelt dat de opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar is.”