Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
5 november 2019.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 24 augustus 2018 is gewezen. De verdachte, geboren in 1982, is beschuldigd van diefstal in vereniging, medeplegen van zware mishandeling met voorbedachte raad, en poging tot diefstal in vereniging. De Hoge Raad heeft op 5 november 2019 uitspraak gedaan in deze zaak, onder nummer 18/03927. De advocaat van de verdachte, K. Cras, heeft een middel van cassatie voorgesteld, maar de Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het middel niet kan leiden tot cassatie, omdat het geen rechtsvragen oproept die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De beslissing van de Hoge Raad is dat het beroep wordt verworpen.