ECLI:NL:HR:2019:1634

Hoge Raad

Datum uitspraak
29 oktober 2019
Publicatiedatum
28 oktober 2019
Zaaknummer
18/00063
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest van het Gerechtshof Den Haag inzake diefstal met geweld

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag, dat op 13 december 2017 is gewezen. De verdachte, geboren in 1993, is aangeklaagd voor diefstal, vergezeld van geweld en bedreiging met geweld, gepleegd op een bedrijf in Zoetermeer. De Hoge Raad heeft op 29 oktober 2019 uitspraak gedaan in deze cassatiezaak, geregistreerd onder nummer 18/00063. De verdediging heeft een middel van cassatie voorgesteld, dat is ingediend door de advocaten R.J. Baumgardt en P. van Dongen. Daarnaast heeft de benadeelde partij, vertegenwoordigd door advocaat R.I. Takens, ook een middel van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft de voorgestelde middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee het arrest van het Gerechtshof in stand blijft. Deze uitspraak is gedaan door de vice-president J. de Hullu, samen met de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en A.E.M. Röttgering, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer18/00063
Datum29 oktober 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 13 december 2017, nummer 22/001566-15, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1993,
hierna: de verdachte.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben R.J. Baumgardt en P. van Dongen, beiden advocaat te Rotterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Namens de benadeelde partij [benadeelde 1] heeft R.I. Takens, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De raadslieden van de verdachte hebben een verweerschrift ingediend.
De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het namens de verdachte voorgestelde middel en het namens de benadeelde partij voorgestelde middel
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en A.E.M. Röttgering, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
29 oktober 2019.