Uitspraak
wonende op een geheim adres,
wonende te Leeuwarden,
2.Beoordeling van de ontvankelijkheid
3.Beslissing
12 juli 2019.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de vrouw, wonende op een geheim adres, cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De vrouw verzocht om vervangende toestemming tot erkenning van haar kind, waarbij de Procureur-Generaal heeft gesteld dat de vrouw niet-ontvankelijk is in haar cassatieberoep op grond van artikel 80a lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). De man, die niet verschenen is, en de bijzondere curator, die ook niet verschenen is, hebben geen verweerschrift ingediend. De Hoge Raad heeft de processtukken en eerdere beschikkingen in de zaak in overweging genomen, waaronder eerdere uitspraken van de rechtbank Noord-Nederland en het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van de vrouw geen behandeling in cassatie rechtvaardigen, omdat zij klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk, wat betekent dat de zaak niet verder wordt behandeld. Deze beslissing is openbaar uitgesproken op 12 juli 2019.