ECLI:NL:HR:2019:1075

Hoge Raad

Datum uitspraak
2 juli 2019
Publicatiedatum
2 juli 2019
Zaaknummer
18/02328
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beklag tegen verlofverlening aan OvJ in het kader van rechtshulp bij belastingfraude

In deze zaak gaat het om een beklag tegen de verlofverlening door de Rechtbank Gelderland aan de Officier van Justitie, in het kader van een verzoek om rechtshulp van de Duitse justitiële autoriteiten. Dit verzoek had betrekking op het doorzoeken, in beslag nemen en overdragen van stukken van overtuiging in een lopend onderzoek naar belastingfraude. De Hoge Raad heeft op 2 juli 2019 uitspraak gedaan in deze cassatieprocedure, onder zaaknummer 18/02328.

De betrokkene, geboren in 1977, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de beschikking van de Rechtbank Gelderland, die op 9 maart 2018 verlof heeft verleend om de in beslag genomen stukken over te dragen aan de Duitse autoriteiten. De advocaat van de betrokkene, J. Kuijper, heeft middelen van cassatie voorgesteld, die aan de beschikking zijn gehecht.

De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft volgens de Hoge Raad geen nadere motivering, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep op 2 juli 2019 verworpen.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer18/02328
Datum2 juli 2019
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, van 9 maart 2018, nummer RK 18/61, betreffende het verlenen van verlof als bedoeld in art. 552p, tweede lid, Sv, in de zaak
van
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1977,
hierna: de betrokkene.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze heeft J. Kuijper, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
2 juli 2019.