ECLI:NL:HR:2019:1044

Hoge Raad

Datum uitspraak
28 juni 2019
Publicatiedatum
27 juni 2019
Zaaknummer
18/01214
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over onrechtmatige daad en verwijdering van publicaties door onderzoeksjournalist

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 juni 2019 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door Pretium B.V. en een tweede eiser tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag. De zaak betreft een vordering tot verwijdering van publicaties die door een onderzoeksjournalist op een website in de vorm van een 'webboek' waren geplaatst. De eisers, gezamenlijk aangeduid als Pretium c.s., stelden dat de vordering niet alleen de integrale verwijdering van het webboek inhield, maar ook de verwijdering van specifieke passages daaruit. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling verwezen naar eerdere uitspraken, waaronder een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Den Haag en een arrest van het gerechtshof Den Haag. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die door de eisers in het cassatieberoep naar voren waren gebracht, niet konden leiden tot cassatie. Dit was volgens de Hoge Raad niet nodig, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. De kosten werden begroot op € 865,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer18/01214
Datum28 juni 2019
ARREST
In de zaak van
1. PRETIUM B.V.,
gevestigd te Haarlem,
2. [eiser 2],
wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
hierna gezamenlijk: Pretium c.s.,
advocaat: mr. E.M. Tjon-En-Fa,
tegen
1. [verweerder],
wonende te [woonplaats],
2. REPORTERS ONLINE B.V.,
gevestigd te Haarlem,
VERWEERDERS in cassatie,
hierna gezamenlijk: [verweerders],
advocaat: mr. S.M. Kingma.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. het vonnis in de zaak C/09/521095/KG ZA 16/1343 van de voorzieningenrechter in de
rechtbank Den Haag van 29 november 2016;
b. het arrest in de zaak 200.206.303/01 van het gerechtshof Den Haag van 23 januari 2018.
Pretium c.s. hebben tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld. Olsthoorn
c.s. hebben een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal T. Hartlief strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

2.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien
art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt Pretium c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan
de zijde van [verweerders] begroot op € 865,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien Pretium c.s. deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter,
A.H.T. Heisterkamp en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.V. Polak op
28 juni 2019.