ECLI:NL:HR:2019:1041

Hoge Raad

Datum uitspraak
28 juni 2019
Publicatiedatum
27 juni 2019
Zaaknummer
18/00648
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over de garantie van een buitenlandse moedervennootschap voor verplichtingen van een gefailleerde dochterbank en de immuniteit van executie

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 juni 2019 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door de curatoren van een gefailleerde Nederlandse bank, N.V. [A]. De curatoren, vertegenwoordigd door mr. Antonie van Hees en mr. W.H. van Hemel, stelden beroep in cassatie in tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam. De zaak betreft de vraag of de Centrale Bank van Indonesië, als buitenlandse moedervennootschap, een garantie heeft afgegeven voor de nakoming van verplichtingen van haar dochteronderneming, de gefailleerde bank. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling verwezen naar eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam en een arrest van het gerechtshof Amsterdam, waarin de rechtsverhouding tussen de partijen en de toepasselijkheid van het recht aan de orde kwamen.

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten van de curatoren niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat de Hoge Raad niet verplicht is om nadere motivering te geven als de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep verworpen en de curatoren veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op een totaal van € 8.862,34.

Deze uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de vraag naar de aansprakelijkheid van moedervennootschappen voor de verplichtingen van hun dochterondernemingen, vooral in het kader van faillissement en de immuniteit van executie. De uitspraak biedt ook inzicht in de toepassing van internationaal privaatrecht in faillissementszaken.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer18/00648
Datum28 juni 2019
ARREST
In de zaak van
1. Mr. Catharina Maria HARMSEN,
kantoorhoudende te Amsterdam,
2. Mr. Antonie VAN HEES,
kantoorhoudende te Amsterdam,
beiden in hun hoedanigheid van curatoren in het faillissement van N.V.
[A],
EISERS tot cassatie,
hierna gezamenlijk: de curatoren,
advocaat: mr. W.H. van Hemel,
tegen
BANK INDONESIA,
gevestigd te Jakarta, Indonesië,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: BI,
advocaten: mr. J.P. Heering en mr. G.R. den Dekker.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak 449889/HA ZA 10-380 van de rechtbank Amsterdam van 12 mei 2010, 24 augustus 2011 en 27 augustus 2014;
b. het arrest in de zaak 200.169.606/01 van het gerechtshof Amsterdam van 14 november 2017.
De curatoren hebben tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld. BI heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor de curatoren mede door mr. G.A.J. Boekraad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaten van partijen hebben schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt de curatoren in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van BI begroot op € 6.662,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak en M.J. Kroeze, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.V. Polak op
28 juni 2019.