ECLI:NL:HR:2018:784

Hoge Raad

Datum uitspraak
29 mei 2018
Publicatiedatum
29 mei 2018
Zaaknummer
17/03679
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen beschikking inzake beslag op geldbedragen in strafzaak

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep ingesteld door het Openbaar Ministerie tegen een beschikking van de Rechtbank Amsterdam van 7 maart 2017, waarin een klaagschrift is ingediend met betrekking tot de teruggave van in beslag genomen geldbedragen. De geldbedragen waren aangetroffen in de kofferbak van de auto van de beslagene, die werknemer was van de klaagster. De Hoge Raad diende te beoordelen of het belang van de strafvordering zich verzet tegen de teruggave van deze geldbedragen. De Hoge Raad oordeelde dat de Rechtbank te ver was vooruitgelopen op de mogelijke uitkomst van de hoofdzaak door te concluderen dat het hoogst onwaarschijnlijk was dat de strafrechter de in beslag genomen geldbedragen later zou verbeurd verklaren. De beslissing van de Rechtbank werd als ontoereikend gemotiveerd beschouwd. De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot een beslissing die de Hoge Raad passend achtte. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van de Rechtbank en wees de zaak terug naar de Rechtbank Amsterdam voor een nieuwe behandeling van het klaagschrift.

Uitspraak

29 mei 2018
Strafkamer
nr. S 17/03679 B
IV/EC
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Amsterdam van 7 maart 2017, nummer RK 16/6064, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv, ingediend door:
[klager], gevestigd te [vestigingsplaats].

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door het Openbaar Ministerie. Het heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot zodanige beslissing met betrekking tot terug- of verwijzing als de Hoge Raad gepast zal voorkomen.
De raadsman van de klager, R. Jonkers, advocaat te Amsterdam, heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

2.1.
Het middel komt op tegen de gegrondverklaring van het klaagschrift. Het klaagt onder meer dat de Rechtbank bij de beoordeling van de vraag of het belang van strafvordering zich verzet tegen teruggave van de inbeslaggenomen geldbedragen, is vooruitgelopen op de mogelijke uitkomst van een nog te voeren procedure in de hoofdzaak.
2.2.
Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 3.2 en 3.3 is het middel terecht voorgesteld.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden beschikking niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden beschikking;
wijst de zaak terug naar de Rechtbank Amsterdam, opdat de zaak op het bestaande klaagschrift opnieuw wordt behandeld en afgedaan.
Deze beschikking is gegeven door de vice-presiden W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en J.C.A.M. Claassens, in bijzijn van de waarnemend griffier A. El Mokhtari, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
29 mei 2018.