ECLI:NL:HR:2018:751

Hoge Raad

Datum uitspraak
22 mei 2018
Publicatiedatum
22 mei 2018
Zaaknummer
16/04547
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen bedreiging met gaspistool en beroep op noodweer

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 25 augustus 2016 is gewezen. De verdachte, geboren in 1988, heeft in cassatie aangevoerd dat hij zich in een noodweersituatie bevond toen hij met een gaspistool achter anderen aan rende en in de lucht schoot. De Hoge Raad heeft op 22 mei 2018 uitspraak gedaan in deze zaak, met zaaknummer 16/04547. De advocaat van de verdachte, J.J. Bussink, heeft middelen van cassatie voorgesteld, maar de Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen niet tot cassatie kunnen leiden, omdat zij geen rechtsvragen oproepen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Het hof heeft niet aannemelijk bevonden dat de aangevers zich met wapens bij de woning van de verdachte bevonden, en dit oordeel is niet onbegrijpelijk. De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt de uitspraak van het hof.

Uitspraak

22 mei 2018
Strafkamer
nr. S 16/04547
IV/EC
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 25 augustus 2016, nummer 21/004652-13, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J.J. Bussink, advocaat te Utrecht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren M.J. Borgers en A.E.M. Röttgering, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
22 mei 2018.