Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van de middelen
3.Beslissing
22 mei 2018.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 25 augustus 2016 is gewezen. De verdachte, geboren in 1988, heeft in cassatie aangevoerd dat hij zich in een noodweersituatie bevond toen hij met een gaspistool achter anderen aan rende en in de lucht schoot. De Hoge Raad heeft op 22 mei 2018 uitspraak gedaan in deze zaak, met zaaknummer 16/04547. De advocaat van de verdachte, J.J. Bussink, heeft middelen van cassatie voorgesteld, maar de Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen niet tot cassatie kunnen leiden, omdat zij geen rechtsvragen oproepen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Het hof heeft niet aannemelijk bevonden dat de aangevers zich met wapens bij de woning van de verdachte bevonden, en dit oordeel is niet onbegrijpelijk. De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt de uitspraak van het hof.