Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van de middelen
3.Beslissing
22 mei 2018.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 1 juli 2016, waarin de verdachte is veroordeeld voor het medeplegen van bedreiging van opsporingsambtenaren en het opzettelijk vervoeren van 100 kilo hennep. De verdachte heeft tijdens een vlucht voor de politie vanuit een busje met vuurwapens meerdere schoten afgevuurd. De Hoge Raad heeft op 22 mei 2018 uitspraak gedaan in deze zaak, onder zaaknummer 16/03381.
De verdediging heeft in cassatie aangevoerd dat het Hof een verklaring van een niet ondervraagde getuige ten onrechte tot bewijs heeft gebezigd. Daarnaast is er een bewijsklacht ingediend met betrekking tot het medeplegen. De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad heeft geoordeeld dat de middelen niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft volgens de Hoge Raad geen nadere motivering, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, en dit arrest is uitgesproken door vice-president J. de Hullu als voorzitter, samen met de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borgers, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.