Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
15 mei 2018.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 mei 2018 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch. De verdachte was in hoger beroep veroordeeld voor het wegnemen van een bromfiets, waarbij hij deze op een voor de eigenaar onbekende plaats had neergezet. De Hoge Raad oordeelde dat het oordeel van het Hof, dat de verdachte de bromfiets had 'weggemaakt' in de zin van artikel 350 van het Wetboek van Strafrecht, toereikend gemotiveerd was. De Hoge Raad concludeerde dat de verklaringen van de verdachte voldoende basis boden voor de conclusie dat hij met opzet had gehandeld. Het beroep in cassatie werd verworpen, omdat het middel niet leidde tot rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De uitspraak benadrukt de noodzaak van duidelijke motivering in strafzaken en de rol van de Hoge Raad in het waarborgen van rechtszekerheid.