ECLI:NL:HR:2018:595

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 april 2018
Publicatiedatum
12 april 2018
Zaaknummer
17/04025
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vermogensrechtelijke afwikkeling echtscheiding naar Marokkaans recht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 april 2018 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de vermogensrechtelijke afwikkeling van een echtscheiding naar Marokkaans recht. De man, verzoeker tot cassatie, had beroep ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 23 mei 2017. De vrouw, verweerder in cassatie, heeft verzocht het beroep te verwerpen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Arnhem en het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak. De conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas strekt tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft geen nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep, waarmee de beschikking van het hof van 23 mei 2017 in stand blijft.

Uitspraak

13 april 2018
Eerste Kamer
17/04025
LZ/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[de man],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. F.I. van Dorsser,
t e g e n
[de vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. M.A.M. Wagemakers.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de man en de vrouw.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikking in de zaak 215159/222387/ES RK 11-288 van de rechtbank Arnhem van 20 juli 2012;
b. de beschikkingen in de zaak 200.115.117 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 21 november 2013, 2 oktober 2014, 29 september 2016 en 23 mei 2017.
De beschikking van het hof van 23 mei 2017 is aan deze beschikking gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van het hof van 23 mei 2017 heeft de man beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De vrouw heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en M.V. Polak, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer T.H. Tanja-van den Broek op
13 april 2018.