Het Hof heeft het in het middel bedoelde verweer als volgt samengevat en verworpen:
"Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsman van de verdachte zich op het standpunt gesteld dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de strafvervolging.
Het Openbaar Ministerie heeft de verdachte vervolgd, terwijl hij een hoeveelheid hennep bij zich had die afkomstig was van (slechts) vijf planten, hetgeen in strijd is met de Aanwijzing Opiumwet. De verdachte heeft onmiddellijk verklaard dat de bij hem aangetroffen 2,95 kilogram hennep afkomstig was van vijf grote planten. De politie heeft daar geen nader onderzoek naar gedaan, zodat het niet uitgesloten is dat de verdachte hierover de waarheid heeft gezegd.
De Aanwijzing gaat ervan uit dat bij een hoeveelheid hennep afkomstig van vijf planten in beginsel wordt aangenomen dat geen sprake is van beroeps- of bedrijfsmatig handelen. Bij ontdekking hiervan dient een politiesepot te volgen, aldus de raadsman.
Het hof overweegt hiertoe als volgt.
In de Aanwijzing Opiumwet, zoals deze gold ten tijde van het tenlastegelegde feit, is onder '2.2.1. Teelt van cannabis' onder meer het volgende vermeld:
Niet bedrijfsmatige teelt
In geval van teelt van niet meer dan 5 planten wordt aangenomen dat sprake is van niet beroeps/bedrijfsmatige teelt. Er volgt dan bij ontdekking politiesepot met afstand. Niet bedrijfsmatige teelt van een geringe hoeveelheid voor eigen gebruik heeft, indien de verdachte volwassen is, geen prioriteit. Teelt door minderjarigen behoort steeds te leiden tot een strafrechtelijke reactie.
En onder 4. 'Een hoeveelheid minder dan 30 gram van de middelen vermeld op lijst II onderdeel b':
De grens van wat gedoogd wordt ten aanzien van de verkoop van hennepprodukten door de coffeeshops is gesteld op 5 gram. Het ligt in de rede in beginsel eenzelfde grens te hanteren ten aanzien van het bezit van hennepprodukten. Tot en met 5 gram, de geringe hoeveelheid voor eigen gebruik, wordt derhalve politiesepot toegepast. Bij hoeveelheden tussen de 5 en de 30 gram volgt bij ontdekking een strafrechtelijke reactie.
Opsporing: geen gerichte opsporing.
De Aanwijzing Opiumwet bepaalt onder meer de prioriteit van de opsporing en vervolging met betrekking tot de teelt van cannabis en het bezit van hennepproducten. Geen prioriteit wordt toegekend aan de teelt van niet meer dan vijf planten en het bezit van niet meer dan 5 gram hennepproducten. Indien sprake is van het aanwezig hebben of vervoeren van meer dan 30 gram, is de algemene regel gerichte opsporing en vervolging, waarbij zo mogelijk voorlopige hechtenis wordt gevorderd.
Het standpunt van de raadsman vindt dus geen steun in de Aanwijzing Opiumwet. De hoeveelheid hennep die de verdachte in zijn auto vervoerde (2,95 kilogram), overstijgt de hoeveelheid van 30 gram ruimschoots. Aan de hoeveelheid planten waarvan de hennep afkomstig is, komt in dit verband geen betekenis toe. Derhalve is niet in strijd met de Aanwijzing Opiumwet gehandeld en is het Openbaar Ministerie ontvankelijk in de strafvervolging ter zake van het ten laste gelegde."