ECLI:NL:HR:2018:489

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 april 2018
Publicatiedatum
3 april 2018
Zaaknummer
17/00263
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen woningoverval en bewijsvoering getuige

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam, dat op 26 oktober 2016 werd gewezen. De verdachte, geboren in 1958, was betrokken bij een woningoverval. Het beroep in cassatie werd ingesteld door de verdachte zelf, vertegenwoordigd door zijn advocaat P.H.L.M. Souren. In de cassatieprocedure werden verschillende middelen van cassatie voorgesteld, waarbij de raadsman in een aanvullende schriftuur het eerste middel nader toelichtte. De Advocaat-Generaal A.J. Machielse concludeerde tot verwerping van het beroep, waarop de raadsman schriftelijk reageerde.

De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelde dat, gezien artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering nodig was, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep, en dit arrest is gewezen op 3 april 2018 door de vice-president W.A.M. van Schendel, samen met de raadsheren V. van den Brink en J.C.A.M. Claassens, in aanwezigheid van de waarnemend griffier H.J.S. Kea.

Uitspraak

3 april 2018
Strafkamer
nr. S 17/00263
AJ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 26 oktober 2016, nummer 23/001708-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1958.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft P.H.L.M. Souren, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. Bij aanvullende schriftuur heeft de raadsman het eerste middel nader toegelicht. De schrifturen zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.J. Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en J.C.A.M. Claassens, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
3 april 2018.