ECLI:NL:HR:2018:322

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 maart 2018
Publicatiedatum
13 maart 2018
Zaaknummer
16/02028
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opzettelijk uitlokken van openbaar maken beledigende uitlatingen wegens ras via een internetsite

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 22 maart 2016, waarbij de verdachte is veroordeeld voor het opzettelijk uitlokken van het openbaar maken van beledigende uitlatingen wegens ras. De verdachte had een voor een ieder toegankelijke internetsite opgericht en anderen uitgenodigd om hun racistische opvattingen en uitlatingen te delen. Dit gebeurde meermalen, wat leidde tot de vervolging op basis van artikel 137e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. De advocaat van de verdachte, P.C. Schouten, heeft een middel van cassatie voorgesteld, maar de Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het beroep op 13 maart 2018 verworpen, waarbij werd vastgesteld dat het middel niet tot cassatie kon leiden. Dit was in overeenstemming met artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, omdat het middel geen rechtsvragen opriep die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De uitspraak werd gedaan door de vice-president J. de Hullu, samen met de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borgers, in aanwezigheid van griffier S.P. Bakker.

Uitspraak

13 maart 2018
Strafkamer
nr. S 16/02028
SK
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 22 maart 2016, nummer 23/000724-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1977.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft P.C. Schouten, advocaat te Breda, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borgers, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
13 maart 2018.