ECLI:NL:HR:2018:307

Hoge Raad

Datum uitspraak
6 maart 2018
Publicatiedatum
6 maart 2018
Zaaknummer
17/00831
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vlaardingse moskeemoord en uitlokken van moord door (ex-)partner

In deze zaak gaat het om de Vlaardingse moskeemoord, waarbij de verdachte wordt beschuldigd van het uitlokken van moord door zijn (ex-)partner een persoon te laten doodschieten bij een moskee in Vlaardingen. De Hoge Raad behandelt het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 6 februari 2017. De verdachte heeft beroep ingesteld, vertegenwoordigd door advocaat W.H. Jebbink. De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van de verdachte met betrekking tot bedreiging van de (ex-)partner en de begrijpelijkheid van de overwegingen van het Hof met betrekking tot de betrouwbaarheid van de getuigenverklaring falen. De Hoge Raad stelt vast dat de middelen niet tot cassatie kunnen leiden en dat dit, gezien artikel 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering behoeft.

Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep op 6 maart 2018. Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, samen met de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borgers, in aanwezigheid van griffier S.P. Bakker, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

6 maart 2018
Strafkamer
nr. S 17/00831
SK
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 6 februari 2017, nummer 22/002982-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1964.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft W.H. Jebbink, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borgers, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
6 maart 2018.