Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"Ten aanzien van parketnummer 16/193722-13 feit 2:
8. Een ambtsedig proces-verbaal nr. PL0940 2013209103-1 d.d. 19 september 2013, opgemaakt door [verbalisant 1] , BOA van Politie Utrecht (blz. 3 t/m 5 van het proces-verbaal nr. PL0940-2013209103), voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende als verklaring van [betrokkene 1] :
Ik ben eigenaar van fietsenwinkel [A] te Amersfoort.
Op 10 augustus 2013 kwamen ene klant, genaamd [verdachte] , zijn twee bestelde fietsen afhalen. [verdachte] is woonachtig op de [a-straat 1] te Amersfoort.
[verdachte] wilde het bedrag pinnen, maar kwam met het verhaal dat zijn bankpas beschadigd was. Ik kwam met [verdachte] overeen dat hij het totaalbedrag van 2458,95 euro in datzelfde weekend zou overmaken op mijn bankrekening.
Op 21 augustus 2013 was het genoemde bedrag nog niet op mijn rekening bijgeschreven. Ik heb de klant een sms-bericht gezonden naar zijn telefoon met nummer 06- [0001] . [verdachte] reageerde op bovengenoemde datum met de volgende tekst: "Zal me zoon langs sturen om het in orde te maken. Kan hiervandaan niet bellen, alleen smsen. Groet familie [verdachte] ."
Op 29 augustus 2013 heb ik wederom een sms-bericht gezonden naar [verdachte] met de volgende tekst:
"beste klant, kunt u mij via een sms bericht bevestigen dat het geld binnen 24 uur door uw zoon wordt overgemaakt en dat binnen diezelfde termijn op onze rekening is bijgeschreven. Bij gebreke hiervan zullen wij genoodzaakt zijn de fietsen weer terug te halen en tot incasso overgaan. Met vriendelijke groeten, [A] ."
Op 31 augustus 2013 reageerde [verdachte] met een sms-bericht met de volgende tekst: "Sorry, dacht dat me zoon het geregeld had. SMS uw rekeningnummer dan maak ik het vanaf hier over. Sorry, v het zo lang duurt. Groet, [verdachte] ."
Tot op vandaag, 18 september 2013 is het bedrag niet op mijn rekening bijgeschreven. Op 18 september 2013 heb ik contact gehad met ENRA Verzekering. Ik hoorde van een medewerker dat zij het bedrag niet hebben kunnen incasseren via een automatische incasso van de bankrekening van [verdachte] .
9. Een ambtsedig proces-verbaal nr. PL0940 2013209103-4 d.d. 25 oktober 2013, opgemaakt door [verbalisant 3] , hoofdagent van Politie Utrecht (blz. 6 t/m 8 van het proces-verbaal nr. PL0940-2013209103), voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende als verklaring van verdachte:
Ik ben in augustus 2013 voor het laatst bij rijwielhandel [A] geweest. Ik heb daar twee fietsen meegenomen. Ik heb die fietsen bewust niet betaald, doorverkocht en de schulden afgelost. Ik begrijp dat ik hiermee andere mensen benadeel.
Ten aanzien van parketnummer 16/122268-15 feit 1:
10. Een ambtsedig proces-verbaal nr. PL0900 2015136751-l d.d. 31 mei 2015, opgemaakt door [verbalisant 2] , brigadier van Politie Utrecht (blz. 5 en 6 van het proces-verbaal nr. PL0900-2015136751), voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende als verklaring van [betrokkene 2] :
blz. 5
Ik ben werkzaam als teamleider winkelsurveillance bij Trigion Beveiliging. Ik ben werkzaam op winkelcentrum [...] . Gezien mijn functie ben ik aangesteld en bevoegd om namens de benadeelde, Banketbakkerij [B] , [b-straat 1] te Amersfoort, aangifte doen.
blz. 6
Ik werd op vrijdagavond (de politierechter begrijpt vrijdagavond 30 april 2015) gebeld door getuige, (mede)eigenaresse van Banketbakkerij [B] .
Ik hoorde haar zeggen dat zij vermoedelijk opgelicht was. Ter plaatse hoorde ik van haar dat een man op 30 april 2015 een bestelling had gedaan en 3 gebak en bonbons had meegenomen zonder nog af te rekenen. Verdachte had gezegd dat hij bij de aflevering van de bestelling op 1 mei alles ineens zou betalen.
Ik hoorde haar zeggen dat de man op 1 mei 2015 niet geweest is.
Ik hoorde haar zeggen dat de 45 bestelde gebakjes nu weggegooid kunnen worden. Ik zag op video dat de mij ambtshalve zeer bekende [verdachte] de winkel in komt. Ik ken deze man ambtshalve van eerdere oplichtingszaken. Ik zie dat de bestelling genoteerd wordt door getuige. Ik zie dat er gebakjes en bonbons ingepakt worden. Ik zie niet dat er wordt afgerekend en de [verdachte] de winkel verlaat met gebakjes en bonbons.
11. Een ambtsedig proces-verbaal nr. PL0900 2015136751-2 d.d. 31 mei 2015, met bijlage, opgemaakt door [verbalisant 2] , brigadier van Politie Utrecht (blz. 8 en 9 van het proces-verbaal nr. PL0900-2015136751), voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende als verklaring van [betrokkene 3] :
blz. 8
Ik ben werkzaam in de winkel banketbakkerij [B] , [b-straat 1] te Amersfoort. Ik ben door een mij onbekende man opgelicht. Door zijn verhaal werd ik er toe gebracht om een aantal gebakjes en een doos bonbons zonder af te rekenen mee te geven en om een bestelling van 45 gebakjes klaar te maken.
Op 30 april 2015 tegen sluitingstijd kwam een mij onbekende man de winkel in. Ik hoorde dat die man een bestelling opgaf voor 45 gebakjes voor 1 mei 2015. Hij gaf op te zijn genaamd [...] , [c-straat 1] , telefoonnummer 06- [0002] .
Ik noteerde de gegevens op een bestelbon. Ik hoorde hem zeggen dat 3 gebakjes en een doos bonbons meteen mee wou nemen. Ik hoorde hem zeggen dat hij zou afrekenen als hij de bestelling zou komen afhalen.
blz. 9
Toen hij vandaag (de politierechter begrijpt dat bedoeld is 1 mei 2015) nog niet geweest was, heb ik het opgegeven telefoonnummer gebeld. Ik hoorde toen een computerstem zeggen dat dat telefoonnummer niet in gebruik was."