ECLI:NL:HR:2018:2386

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 december 2018
Publicatiedatum
20 december 2018
Zaaknummer
18/01105
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over beloningsstructuur in letselschadeovereenkomst tussen verkeersslachtoffer en tussenpersoon

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 december 2018 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door Witlox Juristen sinds 1915 B.V., handelend onder de naam Misterclaim, tegen een niet verschenen verweerder. De zaak betreft een overeenkomst tussen een verkeersslachtoffer en een tussenpersoon met betrekking tot de afhandeling van letselschade. De centrale vraag was of de cliënt een beroep kon doen op dwaling ten aanzien van de beloningsstructuur die in de overeenkomst was neergelegd.

De Hoge Raad verwijst in zijn uitspraak naar eerdere vonnissen van de kantonrechter te Alkmaar en een arrest van het gerechtshof Amsterdam. Het hof had eerder het beroep van Witlox verworpen, waarop Witlox cassatie heeft ingesteld. De Advocaat-Generaal R.H. de Bock heeft in zijn conclusie tot verwerping van het cassatieberoep geadviseerd, waarop de advocaten van Witlox schriftelijk hebben gereageerd.

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, waarbij de Hoge Raad oordeelt dat de klachten geen nadere motivering behoeven, omdat ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en Witlox veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerder op nihil zijn begroot. Deze uitspraak bevestigt de eerdere beslissingen van de lagere rechters en onderstreept de beperkingen van de cassatieprocedure.

Uitspraak

21 december 2018
Eerste Kamer
18/01105
TT/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
WITLOX JURISTEN SINDS 1915 B.V., mede handelend onder de naam MISTERCLAIM,
gevestigd te ’s-Hertogenbosch,
EISERES tot cassatie,
advocaten: mr. A.C. van Schaick en mr. N.E. Groeneveld-Tijssens,
t e g e n
[verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Witlox en [verweerder].

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak 4978539/CV EXPL 16-3023 van de kantonrechter te Alkmaar van 1 juni 2016 en 2 november 2016;
b. het arrest in de zaak 200.207.609/01 van het gerechtshof Amsterdam van 19 december 2017.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft Witlox beroep in cassatie ingesteld. De procesinleiding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen [verweerder] is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal R.H. de Bock strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaten van Witlox hebben schriftelijk op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Witlox in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en M.J. Kroeze, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.V. Polak op
21 december 2018.