ECLI:NL:HR:2018:2312

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 december 2018
Publicatiedatum
13 december 2018
Zaaknummer
18/00427
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen uitspraak over geheven leges door gemeente Dantumadiel

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 december 2018 uitspraak gedaan in een cassatieberoep van belanghebbende tegen een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 16 januari 2018. Het hoger beroep was ingesteld door de heffingsambtenaar van de gemeente Dantumadiel tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland. De zaak betreft de leges die aan belanghebbende zijn opgelegd door de gemeente. Belanghebbende heeft verschillende klachten ingediend tegen de uitspraak van het Hof, waarop het College van burgemeester en wethouders van Dantumadiel een verweerschrift heeft ingediend en tevens incidenteel beroep in cassatie heeft ingesteld. De Hoge Raad heeft de klachten en het middel van het College beoordeeld, maar deze konden niet tot cassatie leiden. De Hoge Raad oordeelde dat er geen noodzaak was voor nadere motivering, aangezien de klachten en het middel niet leidden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft ook geen termen gezien voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad beide beroepen in cassatie ongegrond verklaard.

Uitspraak

14 december 2018
Nr. 18/00427
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof Arnhem-Leeuwardenvan 16 januari 2018, nr. 16/01084, op het hoger beroep van de heffingsambtenaar van de gemeente Dantumadiel tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland (nr. 14/5653) betreffende de ten aanzien van belanghebbende geheven leges.

1.Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dantumadiel (hierna: het College) heeft een verweerschrift ingediend. Het College heeft tevens incidenteel beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
Belanghebbende heeft in het principale beroep een conclusie van repliek ingediend.
Het College heeft in het principale beroep een conclusie van dupliek ingediend.
Belanghebbende heeft schriftelijk zijn zienswijze omtrent het incidentele beroep naar voren gebracht.
Het College heeft in het incidentele beroep een conclusie van repliek ingediend.
Belanghebbende heeft in het incidentele beroep een conclusie van dupliek ingediend.
Na de conclusie van dupliek in het incidentele beroep heeft het College nog een geschrift ingediend. Daartoe biedt de wet evenwel niet de mogelijkheid. De Hoge Raad slaat op dat stuk daarom geen acht.
2 Beoordeling van de in het principale beroep aangevoerde klachten en de in het incidentele beroep voorgestelde middel
De klachten en het middel kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten en het middel niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart beide beroepen in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president G. de Groot als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 14 december 2018.